Het Andere Werken

Na de introductie en de euforie over ‘het Nieuwe Werken’ zijn de eerste barsten zichtbaar geworden. Het wordt tijd om verder te kijken dan de geforceerde hippe inrichting van een (hoofd)kantoor, waar iedereen aangespoord wordt vooral niet te vaak te komen. Immers, werken kan ‘any time, any place’ en vooral dus buiten het kantoor. Veel Nieuwe Werken initiatieven zijn met name zo enthousiast ontvangen door directies omdat het bezuinigingsoperaties waren op de huisvesting. We zijn toe aan een opvolgend paradigma: ‘het Andere Werken’. Het Andere Werken vertegenwoordigt een nieuwe stroming waar het vooral draait om de inhoud van het werk en  de wijze van aansturen. Het gaat niet uit van het ‘ik’, maar van het ‘wij’. Het gezamenlijk komen tot resultaten, door met en van elkaar te leren en te werken aan steeds veranderende maar betekenisvolle vraagstukken. Tijd en afstand zijn nog steeds flexibel, want dat is wat veel mensen willen. In het Andere Werken staat het gezamenlijk, interdisciplinair werken – met name intergenerationeel – centraal.

Elkaar voor het werk ontmoeten is zinvol, omdat dan informeel leren plaatsvindt. De leidinggevende hoeft niet verloren aan de kant te staan en verkrampt naar controlemomenten te zoeken, maar vervult in het Andere Werken een inspirerende, inhoudelijke en coachende rol. Zij of hij is materiedeskundig en weet welke vraagstukken er spelen. Juist de focus op inhoud en gezamenlijk resultaat stelt aan leidinggevenden de eis om al netwerkend verbindingen naar andere organisaties en personen te leggen. Er is geen behoefte aan bureaucratie en het niet rationeel afschuiven van taken en bevoegdheden, want het gaat om verantwoordelijkheid nemen. In het Andere Werken zijn organisaties netwerkorganisaties die uitdrukkelijk open staan voor productieve dwarsverbanden en kennisrelaties binnen en buiten de organisatie.

Horizontaal leiderschap 

Bij een netwerkende organisatie met een platte organisatiestructuur hoort ook een andere manier van leidinggeven: leiderschap verandert van verticaal naar horizontaal. Een horizontale leider zet overtuigend een visie neer,  betrekt actief de inhoudelijke experts bij de besluitvorming, is samenwerkingsgericht én veranderingsgericht en is actief bezig met netwerken, zowel intern als extern.  Daarbij is een goede leider ook inhoudelijk competent, stimulator van innovaties en deelt in succes. Netwerkleiders hoeven dus niet alles te kunnen, maar ze weten hoe ze eigen competenties combineren met die van collega’s en de buitenwereld. Ego’s zijn uit, samenwerken is in.

 

Best Practice: ANWB